Het begrip ‘beperkte mobiliteit’ slaat niet enkel op personen in een rolstoel. Het gaat over iedereen die tijdelijk of permanent problemen ondervindt bij het zich verplaatsen. Dit kan zijn door verminderde fysieke, zintuiglijke of geestelijke capaciteiten, of het gevolg zijn van een bepaalde situatie.

Zo vallen de volgende personen onder de definitie van ‘reizigers met beperkte mobiliteit’: een persoon die zich met krukken of in een rolstoel verplaatst, een blinde of slechtziende persoon, een dove persoon, een stomme persoon, een oudere persoon, een persoon die bagage vervoert, een persoon met een kinderwagen, enz.

De spoorwegmaatschappij mag niet weigeren om aan een persoon met beperkte mobiliteit een vervoerbewijs te verkopen. Ze mag hiervoor ook geen extra kosten aanrekenen.

Verder mogen spoorwegmaatschappijen niet eisen dat reizigers met beperkte mobiliteit begeleid worden, tenzij dit echt noodzakelijk is. 


Wanneer u dat vraagt, moet de spoorwegmaatschappij u informatie geven over de toegankelijkheid.

Als u niet op de trein mag of als ze eisen dat u begeleid wordt, dan kan u de spoorwegmaatschappij verplichten om binnen de vijf werkdagen een schriftelijke reden te geven. De spoorwegonderneming of de verkoper van de tickets moet haar best doen om een aanvaardbaar alternatief voor te stellen, rekening houden met uw behoeften inzake toegankelijkheid.


Stations, perrons, treinen enzovoort moeten toegankelijk zijn voor personen met een beperkte mobiliteit.

Als er geen personeel in de buurt is moet de spoorwegmaatschappij ervoor zorgen dat reizigers met  beperkte mobiliteit zelf overal naartoe kunnen, voor zover dat haalbaar is. 


Spoorwegondernemingen mogen geen extra kosten aanrekenen voor het vragen van hulp.

Voor het in- en uitstappen, moeten ze u helpen als u:

  • dat minstens 24 uur op voorhand vraagt;
  • staat te wachten op de afgesproken plek. Ze mogen u niet vragen om daar langer dan een uur op voorhand te zijn. Werd er u geen uur meegedeeld? Dan wordt u daar minstens een half uur voor het vertrek verwacht.

Als u wilt vertrekken zonder dat u op voorhand hulp heeft gevraagd, dan moet de spoorwegmaatschappij er alles aan doen om te zorgen dat u toch kan reizen.

Opgelet! Sommige landen kunnen u uitzonderlijk vragen om de assistentie 36 uur op voorhand aan te vragen in plaats van de hierboven vermelde 24 uur. Deze uitzondering vervalt na 30/06/2026 en de NMBS past deze niet toe.

Ook uw erkende hulphond mag u vergezellen in het station of op de trein. Buiten enkele uitzonderingen hebben u en uw geattesteerde hulphond in België het recht op toegang tot publieke plaatsen.

Je hoeft geen Huisdier Supplement aan te kopen indien je met je erkende hulphond met een NMBS-trein reist. Je moet je wel een toegankelijkheidskaart of attest kunnen voorleggen van een erkend opleidingscentrum.


Als de spoorwegmaatschappij een hulpmiddel voor personen met een beperkte mobiliteit verloren laat gaan of kapotmaakt, dan moet ze dit vergoeden. Dit is ook het geval als ze aan de oorzaak ligt van het verlies van of een letsel aan een hulphond.

Die vergoeding omvat de kosten voor:

•            vervanging en herstel van de verloren of beschadigde hulpmiddelen;

•            vervanging van de hulphond of behandeling van het letsel.

De spoorwegondernemingen moeten hun best doen om u zo snel mogelijk een tijdelijke vervanging te bezorgen van de uitrusting of de hulpmiddelen. U mag deze hulpmiddelen houden tot de hierboven vermelde vergoeding werd betaald.

Als de spoorwegonderneming geen tijdelijke oplossing aanbiedt en u zelf bepaalde hulpmiddelen of een hulphond tijdelijk dient te vervangen, moet ze u hiervoor de redelijke kosten terugbetalen.